Page 20 of 21
19. Lokaal voorkomende seinen
19.1. Amsterdam
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 215b Rood met gele driehoek |
![]() |
Stoppen vóór het sein. |
Nr. 223 Laag geplaatst wit licht met vierkant zwart bord met gele driehoek met de punt omlaag |
![]() |
Bij nadering van het lichtsein: het lichtsein heeft geen betekenis. Bij vertrek vanuit de stilstand: rijden toegestaan met een zodanige snelheid, die niet hoger is dan 40 km/h, om op elke plaats achter dit sein, waar een belemmering voor het verder rijden aanwezig is, te kunnen stoppen. |
19.2 Venlo
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 301a Stopbord E-Tractie |
![]() |
Stoppen voor het bord. Geldt alleen voor bestuurders van losse, elektrische locomotieven die niet geschikt zijn voor 15.000 V wisselspanning. Geldt alleen voor bestuurders van losse, elektrische locomotieven die niet geschikt zijn voor 1.500 V gelijkspanning. |
Nr. 224 Wit licht bij gedoofd lichtsein met bord VS |
![]() |
Voorbijrijden toegestaan met een snelheid van ten hoogste 40 km/h., indien de bestuurder in het bezit is van een geldige aanwijzing Verkeerd Spoor voor het betrokken spoor. |
19.3 Kijfhoek
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 349 Bord ‘Seinen rechts naast spoor’ |
![]() |
Aanduiding van de plaatsing van de seinen aan de rechterzijde van het spoor waarvoor zij bestemd zijn. |
Nr. 349a Belgisch pijlbord |
![]() |
Aanduiding van het spoor waarvoor het sein bestemd is. |
19.4 Nederlands – Belgisch baanvakken
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 270a Heuvelaanrijsein keper omhoog |
![]() |
Rijden over de rangeerheuvel naar de verdeelsporen toegestaan. |
Nr. 270b Heuvelaanrijsein keper omlaag |
![]() |
Opduwen van te heuvelen spoorvoertuigen toegestaan. Niet toegestaan met de locomotief het sein voorbij te rijden. |
Nr. 270c Heuvelaanrijsein rode balk |
![]() |
Voorbijrijden van het sein alleen toegestaan na toestemming van de treindienstleider. |
19.5 Diverse baanvakken
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 306b Uitschakelbord |
![]() |
Uitschakelen tractiestroom. Geldt alleen voor bestuurders van treinen, voorzien van stroomafnemers, die door de betrokken spoorwegonderneming zijn aangewezen. |
Nr. 307b Inschakelbord |
![]() |
Inschakelen tractiestroom toegestaan. Indien een onderbord is aangebracht, mag het inschakelen van de tractiestroom slechts geschieden indien de trein uit niet meer dan het aantal op het onderbord vermelde spoorvoertuigen bestaat. Geldt alleen voor bestuurders van treinen, voorzien van stroomafnemers, die door de betrokken spoorwegonderneming zijn aangewezen. |
Nr. 308b stroomafnemers neer |
![]() |
Binnen driehonderd meter de stroomafnemers neerlaten. Geldt alleen voor bestuurders van treinen die door de betrokken spoorwegonderneming zijn aangewezen. |
Nr. 309b stroomafnemers neer |
![]() |
De stroomafnemers moeten zijn neergelaten. Geldt alleen voor bestuurders van treinen die door de betrokken spoorwegonderneming zijn aangewezen. |
Nr. 310b stroomafnemers op |
![]() |
Toestemming om de stroomafnemers op te zetten. Geldt alleen voor bestuurders van treinen die door de betrokken spoorwegonderneming zijn aangewezen. |
19.6. Baanvakken Tilburg – ‘s Hertogenbosch en Boxtel – Eindhoven
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 725a Gedoofd licht |
![]() |
Sein geeft geen opdracht. |
Nr. 725b Knipperen rood licht |
![]() |
Aanduiding van de activering van de werkzoneschakelaar voor het spoor waarop de werkzonelamp betrekking heeft. |
19.7. Amersfoort
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr 268a/b Heuvelen verboden a |
![]() |
Niet toegestaan spoorvoertuigen naar of over de heuvel te duwen. |
b | ![]() |
|
Nr 269a/b Heuvelen toegestaan a |
![]() |
Duwen van spoorvoertuigen naar of over de heuvel Toegestaan. |
b | ![]() |