Page 10 of 21
9. Seinen op kracht- en overige spoorvoertuigen
Nr. / Sein | Afbeelding | Betekenis |
Nr. 401 Frontseinen | ![]() |
Tijdens het gebruik van de hoofdspoorweg gezien de rijrichting is de trein voorzien van:
|
Nr. 401b geduwde trein |
![]() |
Historische voertuigen die van oudsher de A-configuratie van de opstelling van de frontseinen niet kunnen tonen, mogen ook een L-configuratie tonen. Uitsluitend voor historische voertuigen die daarvoor niet ingericht zijn, bij geduwd rangeren, twee naar voren gerichte witte lampen op gelijke hoogte op het voorste voertuig van een geduwde trein. |
Nr. 401c Trein en locomotief op spoorwegemplacement |
![]() |
Een krachtvoertuig is tijdens het gebruik van een hoofdspoorweg uitsluitend binnen een spoorwegemplacement aan de voor- en aan de achterzijde voorzien van een brandend wit licht. Het aan de voor- en aan de achterzijde voorzien van tenminste een brandend wit licht is niet van toepassing gedurende de periode dat een locomotief of een trein op een hoofdspoorweg binnen een spoorwegemplacement is geparkeerd. |
Nr. 413 Twee rode lichten met één, twee of drie witte lichten |
![]() |
Stoppen in verband met gevaar. |
Nr. 401d Twee afwisselend of gelijktijdig knipperende, witte lichten aan frontzijde |
![]() |
Stoppen in verband met gevaar. |
Nr. 403 Sluitseinen |
![]() |
Bij treinen Twee brandende, al dan niet knipperende, rode lichten aan de achterzijde of twee schilden (403-1, 403-2 of 403-5). In het internationale verkeer moeten de schilden voldoen aan het model uit de TSI-OPE. |
![]() |
Bij treinen van het hogesnelheidspoorwegsysteem tijdens het gebruik van de hoofdspoorweg Twee brandende rode lichten aan de achterzijde (403-1). |
|
![]() |
Bij treinen op een buiten dienst gesteld spoor Een brandend, al dan niet knipperende, rood licht aan de achterzijde (403-3 of 403-4). |
|
![]() |
Bij treinen niet bestemd voor het vervoer van personen Aan de achterzijde zijn voorzien van een brandend, al dan niet knipperend, rood licht of twee schilden (403-3, 403-4 of 403-5). |
|
Nr. 403-6 Internationaal sluitschild |
![]() |
In het internationale verkeer moeten de schilden voldoen aan het model uit de TSI-OPE (paragraaf 4.2.2.1.3.2). Twee reflecterende platen met aan de zijkanten witte driehoeken en boven- en onderaan rode driehoeken |
Nr. 410 Gele vlag(gen) |
![]() |
Niet tegen het spoorvoertuig rangeren of afstoten. |
Nr. 412a Rood zwaai- / knipper- / flitslicht |
![]() |
Aanduiding aan het wegverkeer van een trein. |